15/04/2018
Amsterdamse Branie start in Den Haag
‘Kunnen we half Den Haag aansluiten op een gemeentelijk warmtenet?’
– Ted Zwietering
Dat is wat Ted Zwietering als programmadirecteur duurzaamheid, in 2014 samen met anderen onderzoekt. Een belangrijke vraag is:
Hoe krijg je de huurders en de woningcorporaties mee?
Stadsvernieuwer Mechtild Linssen doet er onderzoek naar. Ze concludeert: huurders en woningcorporaties willen alleen meedoen als het niet duurder wordt.
De realiteit is vaak anders, zegt Mechtild. Dat heeft vooral te maken met het relatief hoge vastrecht dat de Vattenfalls en de Eneco’s vragen. Dat is een jaarlijkse vaste bijdrage die bewoners betalen, naast wat ze betalen voor gebruik. Het maakt stadswarmte duurder dan gas.
Bovendien moet de woningcorporatie een forse Bijdrage Aansluitkosten (BAK) betalen. Mechtild: ‘Dat is een raar verhaal. Je verruilt immers alleen een aansluiting: van gas naar stadswarmte. Dat zou niets mogen kosten.’
De BAK en het vastrecht zorgen er tot slot ook voor dat woningcorporaties minder snel zullen investeren in isolatie, zegt Mechtild. Voor de BAK kunnen ze geen huurverhoging vragen. Voor isolatie kan dat wel, maar tot op zekere hoogte. Immers, hoog vastrecht zorgt ervoor dat het aandeel variabele kosten voor wat bewoners gebruiken lager is. Isolatie leidt dan wél tot energiebesparing, maar dat zullen huurders minder snel voelen in hun portemonnee. Mechtild: ‘Het lijkt dan of isolatie niet loont.’
Hoe kan het wel?
Stel nou dat huurders alléén betalen voor wat ze gebruiken. En stel dat de woningcorporatie geen BAK betaalt, maar een bijdrage gelijk aan wat ze anders kwijt zou zijn aan onderhoud en vervanging van de cv-ketel. Dan zouden de kosten níet stijgen. En dan heeft de corporatie wél ruimte voor isolatiemaatregelen.
Het warmtebedrijf moet wel genoeg inkomsten hebben. Dat kan alleen als de variabele kosten voor gebruik omhooggaan – meer dan de Autoriteit Consument & Markt (ACM) toestaat.
De vraag is: mág dat?
De ACM oordeelt in 2015 dat dat mag. Een warmtebedrijf mag een 100 procent variabel tarief rekenen voor het warmteverbruik, zolang de kosten niet boven de optelsom van de maxima voor variabel en vast uitkomen. Dat zou goed uitpakken voor mensen met een kleine woning en mensen die zuinig stoken. Alleen mensen met een heel grote woning zouden wat meer gaan betalen.
Kan het écht uit?
Ja, zegt Mechtild. Er is namelijk nog een verschil tussen een gemeentelijk en commercieel bedrijf: een commercieel bedrijf vraagt al snel 9 procent tot 12 procent rendement. Een gemeentelijk warmtebedrijf hoeft veel minder winst te maken. Het moet wel snel veel aansluitingen realiseren.
Wijk voor wijk en van onderop
Er is in die tijd nog meer onderzoek. Een van die onderzoeken wijst uit dat vooroorlogse woningbouw prima is aan te sluiten op een Midden-temperatuur warmtenet (MT-warmtenet) van rond de 70 °C. ‘Dat was goed nieuws’, zegt Ted. Om snelheid te maken kun je dan immers éérst aansluiten op 70 °C, en dán pas isoleren.
‘Dat moet je wijk voor wijk aanpakken. Niet van bovenaf, maar van onderop.’
– Ted Zwietering
Den Haag gaat het avontuur niet aan, het WG-terrein wel
Ted legt de gemeente Den Haag een sluitende businesscase voor. Den Haag kiest er echter voor om tóch met Eneco verder te gaan.
Mechtild: ‘En toen dacht Ted: dan doen we het zelf, in Amsterdam.’ Met wat er geleerd is in Den Haag: niet duurder, van onderop en eerst aansluiten en dan pas isoleren.
Ted stuurt een mail aan zijn buren.